Een (dreigende) extreme vroeggeboorte

Je kunt je voorstellen dat het doormaken van een (dreigende) extreme vroeggeboorte een grote impact heeft op het kindje, jouwzelf en jouw partner. Het kan heftige emoties, stress, schuldgevoelens en het gevoel van machteloosheid en falen met zich meebrengen.

Het spreekt daarom voor zich dat het van groot belang is om door middel van een optimale behandeling een (dreigende) extreme vroeggeboorte te voorkomen waarbij een goede begeleiding erg belangrijk is. In een aantal situaties kan een extreme vroeggeboorte worden voorkomen, onder meer met behulp van medicatie of het plaatsen van een bandje om de baarmoedermond (een cerclage genoemd).

Wanneer je een voorgeschiedenis hebt met betrekking tot een extreme vroeggeboorte heb je automatisch een verhoogd risico op het wederom doormaken van een (extreme) vroeggeboorte. Ondanks dat de oorzaken niet altijd bekend zijn kan je samen met je gynaecoloog een persoonsgericht plan maken om een volgende zwangerschap zo succesvol mogelijk te laten verlopen.

Klachten

Klachten kunnen wijzen op een (dreigende) extreme vroeggeboorte. Deze kunnen variëren per geval. De meest bekende en voorkomende klachten zijn de volgende:

  • Contracties van de baarmoeder (“frequente harde buiken”)
  • Veranderde/toegenomen vaginale afscheiding
  • Vaginaal bloedverlies
  • Drukkend gevoel in de onderbuik/bekken/vagina
  • Buikpijn

Het is niet uit te sluiten dat bovenstaande klachten ook bij een normale zwangerschap voor komen. Het (op tijd) opsporen van een (dreigende) extreme vroeggeboorte is daarom lastig.

Behandelopties

Er zijn een aantal behandelopties voor een (dreigende) extreme vroeggeboorte. Of deze toepasbaar zijn hangt af van de termijn van de zwangerschap en de onderliggende oorzaak Enkele behandelopties zijn:

  • gebruik van medicatie
  • plaatsen van cerclage
  • opname in het ziekenhuis

Medicatie

  • Progesteron

Progesteron is een hormoon dat door de eierstokken wordt aangemaakt wanneer je niet zwanger bent en in het begin van de zwangerschap. Tijdens de zwangerschap wordt deze aanmaak langzaamaan overgenomen door de placenta. Door dit hormoon wordt de baarmoeder rustig gehouden en onderdrukt het eventuele contracties (samentrekkingen) van de baarmoeder. Een vroeggeboorte kan worden veroorzaakt wanneer je lichaam zelf niet genoeg progesteron aanmaakt.

Progesteron kan op verschillende manier worden toegediend, namelijk in de vorm van de vaginale tabletten, een vaginale gel (Utrogestan) of via injecties (Proluton). De vaginale tabletten of gel kan je zelf inbrengen, met een bijgeleverde applicator. De start van proluton-injecties wordt gedaan vanaf week 16 tot en met week 36 van je zwangerschap op wekelijkse basis. Soms gebeurt dit in het ziekenhuis, het kan ook zelf thuis worden gezet. Voor een optimale werking wordt de injectie in een spier (bijvoorbeeld bil) gegeven.

Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen dat progesteron schadelijk kan zijn voor je ongeboren baby. Er zijn ook weinig bijwerkingen. Een enkele keer kan er misselijkheid en diarree voorkomen en bij de toediening via injecties kan het injectieplek geïrriteerd raken. De behandeling met progesteron verkleint het risico op een (herhaalde) vroeggeboorte, lees hier meer.

  • Weeën-remmende medicijnen

Om het spierweefsel van de baarmoeder te ontspannen en samentrekkingen van de baarmoeder te remmen kunnen weeënremmers worden voorgeschreven. Het doel hiervan is om weeën-activiteit te verminderen of te stoppen en om een eventuele injectie die longrijping bevordert te tijd te geven om in te werken. Het geven van weeën-remmende medicijnen hebben echter niet altijd het gewenste effect. Dit hangt sterk af van jouw persoonlijke situatie.

  • hoe lang de weeën al bestaan;
  • of de weeën toenemen in pijn en frequentie;
  • hoeveel ontsluiting er is;
  • of er bloedverlies is;
  • of er een vermoeden bestaat van een infectie;
  • of er sprake is van gebroken vliezen (PROM).

Vanaf 23 weken kan er gestart worden met weeën-remmers. Wanneer je minder dan 23 weken zwanger bent, krijg je meestal geen weeën-remmers. Een bevalling kan over het algemeen maar enkele uren worden uitgesteld met weeën-remmers. Niet lang genoeg om de termijn van 24 weken te halen. Toch kan het in sommige gevallen zinvol zijn om te starten met weeën-remmers. Meestal wordt er dan Indocid of Adalat (Nifedipine) gegeven. Andere vormen van weeën-remmers zijn Fenoterol (Partusisten) en Atosiban (Tractocile).

Wil je meer informatie?

Neem contact met ons op